Selecteer Pagina

Ik wil…

Ik wil…

Zondagochtend. De wethouder zit met zijn gezin aan de ontbijttafel.
“Jongens, we gaan vanmiddag gezellig naar oma Truusje!”
Zijn twee pubers hebben duidelijk geen zin: hij krijgt een dikke middelvinger.
“Luister snotapen”, probeert hij kalm te blijven. “We hebben hier vorig jaar een goed gesprek over gevoerd: elke eerste zondag van de maand gaan we naar oma Truusje. Punt uit.”
“Dat was geen goed gesprek”, zegt de puberzoon. “Je had dat vooraf allang met mama bekokstoofd. Bovendien waren dat afspraken voor 2019. Waarom gaan we in 2020 niet eens naar oma Betty? Die is veel liever.”
“Omdat de erfenis van oma Truusje veel hoger is dan…”
De wethouder krijgt onder tafel een trap van zijn echtgenote.
“…omdat we daar met beide oma’s afspraken over gemaakt hebben.”
De zoon ruikt bloed: “Waarom zijn wij nooit bij die afspraken betrokken?”
De wethouders hoofd loopt rood aan. “Laat ik er geen doekjes om winden: ik wil naar oma Truusje!”
“We kregen op school les over participatie”, mengt de puberdochter zich in het gesprek. “Ik leerde dat een zin die begint met ‘ik wil…’, niet onder participatie valt.
De wethouder staat ziedend van zijn stoel op.
“Ik wil dat je naar je kamer gaat, brutaal nest!”

Pin It on Pinterest

Deel dit bericht!

deel dit bericht met je volgers