Meester
‘Meester Henk, wanneer begint de les?’
‘Stil zijn, Johan. Leg je kin maar terug op je borst.’
Het is wennen voor de leerlingen, nu de gemeente ambtenaren voor de klas heeft gezet om het lerarentekort tegen te gaan.
‘Pauze!’, jubelt meester Henk als de zoemer de kinderen wakker schrikt. ‘Na het speelkwartier wil ik dat jullie je huiswerk in de onderste la van mijn bureau deponeren.’
Als de les weer begint hervat ambtenaar-meester Henk de les.
‘Kinderen, we gaan nu in groepjes van vier evalueren. Dan wil ik voor de middagpauze de conclusies hebben. Wie dat niet haalt kan zich wenden tot de Klachtencommissie.’
‘Maar meester’, protesteert Liesje. ‘Wát moeten we evalueren?’
‘Maakt niet uit, meisje. Blijf net zo lang praten tot het pauze is. En af en toe bij mij komen klagen dat je het enorm druk hebt.’
‘Ik wil onze oude juf terug’, snikt Liesje als de schooldag ten einde loopt. ‘Toen leerden we nog iets over aardrijkskunde of zo.’
‘Knikkenbollen is een vak’, zegt de meester terwijl hij zijn jas aantrekt. ‘Ik bereid jullie voor op het echte leven.’
‘Waar gaat u naar toe, meester?’, vraagt Pimmetje.
‘Naar huis!’ zegt meester Henk.
Als de deur van het klaslokaal achter hem dichtvalt gaat de zoemer.