Bekentenissen van een kabelsleper (15)
Een klote-kabelsleper in beeld
Waar half Nederland wegliep met de band DoeMaar was ik zelf veel meer gecharmeerd van het Klein Orkest. Toen ze voor het eerst in de studio van Toppop verschenen om de clip van hun hit ‘Laat mij maar alleen’ op te nemen was de band nog volstrekt onbekend. En dat gold ook voor zanger Harrie Jekkers die ik alleen maar van de foto op de LP-hoes kende.
Sterallures was de heren van het Klein Orkest vreemd. Sterker: de bandleden vielen in hun casual kleding totaal niet op. Ineens doken ze in de grote tv-studio uit de menigte op en pakten ze hun instrumenten voor de eerste repetitie.
Tandarts
Belangrijk om te vertellen: bij de repetities was de regisseur zelf nog niet aanwezig. Misschien naar de tandarts, of zo. De geschiedenis laat zich dat niet meer vertellen. Hij had instructies gegeven aan de regie-assistente die de camera-wisselingen met de crew doornam.
Er was weinig spannends aan: drummer, bassist, keyboardspeler en zanger/gitarist. De leden van het Klein Orkest bewogen nauwelijks (de bassist bewoog alleen zijn rechtervoet kan ik mij herinneren) en het playbacken ging Harrie niet zo goed af. Ik geloof ook dat hij met enige gêne het tv-kunstje opvoerde. Het Klein Orkest was gewend in buurthuizen te spelen en op plekken waar het bier ze om de oren vloog. Geen zakelijke, klinische tv-studio.
Floormanager
Na een korte koffiepauze was het tijd voor de daadwerkelijke opname en was de regisseur inmiddels op zijn plek. Hij vroeg over de intercom aan de floormanager of de repetities goed waren verlopen. Niemand had klachten, antwoordde de floormanager.
‘Mooi’, zei de regisseur. ‘Als dan die klote-kabelsleper nog even uit beeld stapt kunnen we beginnen.’
De floormanager draaide zich beschaamd weg van de band en sprak zo zacht mogelijk. ‘Dat is geen kabelsleper, dat is de zanger. Hij heeft alleen zijn gitaar nog niet om.’