Guus!
Als puber speelde ik regelmatig voor Zwarte Piet. Meestal op een Bussumse school.
Zwaaiend met een stevige roe dreigde ik die kleine kakkertjes (blank en zwart) mee in de zak naar Spanje te nemen.
De ouders moesten er toen om lachen. In deze tijd zouden ze me voor de rechter slepen, vrees ik..
Die ‘getraumatiseerde’ kinderen van toen zijn nu overigens best goed terecht gekomen, hoor. Ze verdienen waarschijnlijk allemaal meer dan ik.
Niemand had toen nog problemen met Zwarte Piet. Een lief moedertje van de school had me gitzwart geschminkt, met felrode lippen en blinkende gouden oorringen.
Ik heb overigens geen probleem met roetveegpieten. Alleen lastig als die bij familie of bekenden moeten spelen; ze worden herkend.
Maar goed, dat overkwam me zelf ook eens toen ik als Zwarte Piet bij Nieuwenoord moest spelen. Dat was een centrum in Baarn waar zwakzinnigen woonden.
Mijn oudere broer Guus werkte daar destijds als groepsleider op één van de woonpaviljoens.
Toen ik als Zwarte Piet uit de koets stapte, vielen de bewoners mij enthousiast om de nek.
‘Guus! Onze Guus is er bij!’
Ze wezen naar Zwarte Piet, naar mij.
Ik leek kennelijk zo op mijn broer dat ze door de zwarte façade heen keken.
Je zou het iedereen toewensen.