Koblenz
Hier spreek ik mijn column in:
Ik was afgelopen weekend in Koblenz.
De meeste vakantiegangers racen die stad in de zomermaanden voorbij, op weg naar het zuiden.
Dat is zonde, want het is een fraaie plaats.
De Moezel en de Rijn komen er samen.
Op die plek, die de ‘Deutsches Eck’ wordt genoemd, staat een nationaal monument voor de Duitse eenheid.
Het is een gigantisch ruiterstandbeeld van keizer Wilhelm 1.
Toeristen, maar ook inwoners, flaneren er langs de oever van de Rijn, maken bij het standbeeld een draai en kuieren rustig verder langs de oever van de Moezel.
De geallieerden hadden het oude beeld in 1945 kapot gebombardeerd en alleen de sokkel bleef staan.
Het bijzondere is: het huidige standbeeld is helemaal niet zo oud.
Het staat er pas sinds 1993, na een burgerinitiatief van de bewoners.
Het beeld werd gereconstrueerd en weer op de sokkel gezet.
Nu ontmoeten inwoners elkaar daar dagelijks, en zeker op hun vrije zondag,
Als een soort vanzelfsprekendheid, een ongeschreven wet, trekken ze er naar het beeld toe om te wandelen, te lunchen of een biertje te drinken.
Ik zou wel zo’n burgerinitiatief voor Almere willen.
Een groot beeld van Bonifatius.
Op de Esplanade.
Van het geld dat gereserveerd was voor het Kunstmuseum.