Marcel B.
U mag mij vanaf vandaag aanspreken als Marcel B.
Ik word namelijk officieel verdacht van een strafbaar feit.
Een agent heeft mijn kenteken genoteerd toen hij op de snelweg bij Katwijk mijn auto over een rijstrook zag rijden, waarboven een rood kruis stond.
Als verdachte werd ik telefonisch verhoord door een strenge opsporingsambtenaar van het Centraal Justitieel Incassobureau.
Ik mocht een advocaat laten meeluisteren, maar dat wilde ik niet.
Want het is vrij simpel: Ik ben in geen 30 jaar meer in de buurt van Katwijk geweest.
“Dan heeft de agent waarschijnlijk een verkeerd nummerbord genoteerd”, legt de strenge opsporingsambtenaar uit. “Ik zie nu ook dat hij in het proces verbaal helemaal niet heeft aangegeven om welk merk auto het gaat en dat er ook geen exacte locatie staat aangegeven. Er staat alleen ‘Katwijk’.”
“Mooi”, zeg ik. “Case closed. Ik ben weer een vrij man.”
“Nee, Marcel B.”, zegt de strenge opsporingsambtenaar. U moet uw verweer nog schriftelijk bevestigen en dan beslist de Officier van Justitie of u de boete van 239 euro moet betalen.
“Ik begrijp het”, zeg ik. “Daar kan die agent een bril van kopen. ”