Tof
Een paar weken geleden was ik jurylid bij de Kunstbende, in de categorie Taal. Het woord dat ik die middag het meest hoorde was ‘tof’.
Dat brak me tijdens mijn middelbare schooltijd nog lelijk op.
‘Gaaf’ was het woord dat in de mode kwam; ‘tof’ was ouderwets. Een woord voor losers.
Ik kwam daar net iets te laat achter.
Ik noemde tijdens een spreekbeurt iets ‘tof’ en werd om die reden na schooltijd door een paar gozers flink in elkaar geslagen.
Dat was niet zo tof. Sterker: ik kon het woord ‘tof’ een week lang niet meer uitspreken zonder mijn twee voortanden op te moeten rapen.
Ik was een loser. De mooie meisjes liepen sinds die dag met een grote boog om me heen.
En nu liepen daar bij de Kunstbende allemaal jongeren die alles en iedereen ‘tof’ vonden.
Ze vonden mij zelfs tof.
Ook de mooie meisjes.
‘Tof’ kan weer!
Maar nu is het te laat.
Ik ben te oud.
Tof, maar vol stof.