Bladerdek
Ik ben terug van een weekje in het Brabantse Vlierden waar ik werkte aan mijn tweede roman.
De herfst is in het bosrijke bungalowpark al veel verder dan in Almere. De wandelpaden zijn nauwelijks meer te zien door de dikke laag prachtig gekleurde bladeren.
Als ik op vrijdag uitcheck staat een moeder met haar dochtertje voor de balie.
“Ik ben mijn looppony kwijt”, snikt het kindje tegen de baliemedewerkster. “Heeft u hem soms gevonden?”
De medewerkster haalt onder de balie een knalroze pony op wieltjes tevoorschijn.
Het meisje is zielsgelukkig. Ze danst en springt door de lobby.
Dan ben ik aan de beurt.
“Zo’n knalroze pony is ook niet zo lastig te vinden tussen die bladeren’, open ik het gesprek.
De medewerkster lacht instemmend. “U wilt uitchecken?”
Ik leg de sleutel van de gehuurde bungalow op de balie. “Ik moet me wel verontschuldigen want ik ben het labeltje kwijtgeraakt waar het huisnummer van de bungalow op staat. Ik heb nog gezocht op de parkeerplaats maar het is piepklein.”
Het meisje duikt weer onder de balie en haalt traag een lichtblauw labeltje tevoorschijn.
“Was het nummer 64 misschien?”, moet ze zelf hard lachen.
“Hoeveel bladeren er ook liggen: wij vinden hier alles, meneer.”