Vaderland
Voor de deur van de woning stopt een oude Mercedes. De lak verschoten onder de Spaanse zon.
De familie in de woning veert op van de bank. Moeder rent naar de voordeur, gevolgd door vader en drie kinderen van 11, 9 en 7.
In de tuin hangen nog de vlaggetjes met ‘Hup Holland’ en ‘Kampioenen’.
Uit de auto stapt een man met een volle snor onder zijn neus. Dan volgt zijn vrouw. Van de achterbank komen nog eens vier kinderen van 12, 10, 8 en 6. Er wordt gelachen, omhelst, op schouders geslagen en een vreugdetraantje weggepinkt.
Dan haalt de vader uit de achterbak van de Mercedes een Spaanse vlag: rood-geel-rood. In de gele baan staat de WK-uitslag: 1-0. De vader klapt mee als zijn kinderen om de vlag dansen. “Campéones…, olé olé olé”, klinkt het.
De Nederlandse vader lacht als een boer met kiespijn. De mannen omhelzen elkaar opnieuw.
“Je bent toch niet boos, Gökhan?”, vraagt de Spaanse vader.
“Nee, Spanje was beter in de finale. Ylker, ik ben blij dat je bij mij in Nederland vakantie komt vieren. Zo vaak zie ik mijn broer niet meer.”
“En volgend jaar…”, lacht Gökhan.
Ylker zwijgt even. “…samen op vakantie naar Turkije. Ons vaderland.”