De leugen die multitasking heet
Massa’s opvoedkundigen laten ons geloven dat de jeugd van tegenwoordig behoefte heeft aan multitasken. Waar mijn generatie huiswerk maakte in de stilte van de eigen slaapkamer, kan de huidige generatie alleen nog leren wanneer ook de radio aanstaat, wordt getwittert, gemaild, sms’jes worden bekeken…
Stilte is zóóóó 1999. Jeugd zoekt prikkels. “Zo is het nu eenmaal”, hoorde ik laatst een pedagoog zeggen.
Zo is het nu eenmaal NIET. Multitastking is een leugen. Wie serieus denkt dat het fenomeen multitasking definitief in onze genen is geland, moet zich eens afvragen waarom zoveel mensen overspannen thuiszitten, waarom zoveel jongeren zich niet kunnen focussen, waarom zoveel mensen altijd druk-druk-druk zijn.
Ik was altijd al sceptisch over multitasking, nu weet ik zeker dat het pure onzin is. Uit onderzoek blijkt dat een mens gemiddeld op zijn werk iedere 10 minuten gestoord wordt: door een e-mail, sms, telefoontje of collega. Het duurt daarna enige minuten voor die persoon weer in zijn concentratieflow zit.
Zou die persoon prettiger werken als hij besluit alle apparaten uit te zetten en na 60 minuten in één keer al die berichten gaat beantwoorden? Iedereen weet dat het antwoord ‘ja’ is. Hij zal rustiger zijn, gelukkiger en nog productiever ook.
Hij is minder gestoord, letterlijk en figuurlijk.